Loading...
 

STAP 2

... DOOR GOD GEROEPEN

Vooraf

Doel

De vormelingen maken kennis met drie personen, waarvan de Bijbel vertelt dat ze door God geroepen werden. Hun antwoord op de roep van God varieert. Tot op vandaag kunnen mensen op een verschillende manier de roep van God in hun leven beantwoorden.



Symbool

OP WEG - stok

Staf




Benodigdheden

. Kaartje met het gebruikte gebed op
. Bladen uit de vormselmap (Stap 2).
. Eventueel: voor elke groep een bijbel of kinderbijbel.
. Eventueel: evenveel kaartjes als er kinderen in de groep zijn. Op 1/3 van de kaartjes staat een tent, op een ander 1/3 een stok en op een ander 1/3 een boot getekend. Drie grotere kaarten met dezelfde symbolen: tent, stok, boot. Klik hier voor een voorbeeld
. Evenveel omslagen als er kinderen zijn.
. Verjaardagskalender



Vormselmap

. Abraham
. Mozes
. Jona
. Tekstballonnen
. Brief

De werkbladen op deze website werden niet genummerd, zodat men in alle vrijheid bladen kan weglaten of toevoegen. Klik hier voor die werkbladen (STAP 2).



Bronnen

Een zekere vorm, handleiding, MIM
Een bijbel voor jou, Averbode 2005





Verloop

. Onthaal
. Gebed
. Situering in het liturgisch jaar
. Bijbel: God roept mensen
. Activiteit: God roept ons
. Brief




Onthaal

Gebed

Blik even terug naar de activiteit met de draad in de voorgaande bijeenkomst. Nodig de kinderen uit om als teken van hun verbondenheid elkaar de handen te geven en ze boven de tafel te houden.

God, onze Vader,
Met onze handen in elkaar,
zitten we rond deze tafel.

Gij roept ons allen
zonder uitzondering,
maar Gij laat ons vrij.

Laat ons ontdekken
dat we echt gelukkig kunnen zijn
als we op Uw roep ingaan.
En dat leven samen met U
een mooi geschenk is.

Amen.




Situering in het liturgisch jaar

De vormelingen nemen hun overzicht van het liturgisch jaar, en duiden ongeveer aan op welk moment van het liturgisch jaar ze zich nu bevinden. Sta nog even stil bij de liturgische kleur en blik vooruit op de advent. Heb aandacht voor mogelijke verjaardagen. (verjaardagskalender)



Bijbel: God roept Abraham, Mozes en Jona

Doel
De vormelingen leven zich in in een figuur uit de bijbel.


Benodigdheden
. Tekeningen tent/staf/boot: Klik hier.
. Per groep: bladen uit de vormselmap (Kies uit.)
. 1 potlood, stift, of balpen per kind.


Extra info
Abraham
Mozes
Jona




Verloop
Kennismaking met drie personen uit de bijbel
Neem de drie grote tekeningen in je hand.

Begin deze activiteit met de vragen:
- Wie kent Abraham?
- Wat weet je van hem?
Toon de tekening van de tent.
- Wat heeft een tent met Abraham te maken?
(Abraham trok weg uit zijn land om naar het land te gaan dat God hem beloofd had)


- En wie kent Mozes?
- Wat weet je van hem?
Toon de tekening van een staf.
- Wat heeft een staf met Mozes te maken?
(Mozes was een herder. Op een dag hoorde hij de stem van God die hem vroeg om voor zijn volk te zorgen, zoals een herder dat doet voor zijn schapen. Toen heeft Mozes zijn volk geleid uit Egypte, waar het als slaven moest werken, naar het land dat hij aan Abraham had beloofd)


- Kent er iemand Jona?
- Wat weet je van hem?
Toon de tekening van een boot.
- Wat heeft een boot met Jona te maken?
(Vertel dat Jona een profeet was. Dat is iemand die aan de mensen zegt wat God wil. Op een dag hoort Jona dat God wilt dat hij naar Nineve moet gaan (eventueel situeren op een kaart)
Maar Jona heeft daar geen zin in, en neemt de boot naar de andere kant van Spanje.
Onderweg stormt het. Jona komt in het water terecht. Een vis slokt hem op en spuwt hem terug uit op het land. Uiteindelijk gaat Jona toch naar Nineve.)




Activiteit in kleine groep
Verdeel je groep in drie kleine groepjes.
Deel daarvoor een aantal kaartjes uit met een tekening van een tent (Abraham), een stok (Mozes), of een boot (Jona). Door de kaartjes willekeurig aan de kinderen te geven, vermijd je dat steeds dezelfde kinderen bij mekaar komen)
Geef elk van de groepjes een bladzijde uit de vormselmap die betrekking heeft op de persoon die bij het kaartje hoort. Bij elk verhaal worden dezelfde vragen gesteld. De kinderen krijgen een tiental minuten tijd om zich in te leven in de figuur van hun verhaal.

Opdracht (vanuit de figuur die ‘bestudeerd’ wordt):
- Wie ben ik?
- Wat vraagt God van mij?
- Hoe reageer ik op die vraag van God?




Activiteit in grote groep
Schik de stoelen in een grote driehoek. Aan elke zijde van die driehoek zitten vormelingen die dezelfde figuur bestudeerden. Duid elke zijde aan met een symbool: tent, stok, boot.
De kinderen krijgen de overige bladen uit hun vormselmap.
Elk groepje presenteert zijn figuur.
(Eventueel stellen andere groepjes vragen die door het ene groepje beantwoord worden.
De groepjes die luisteren noteren de antwoorden in hun vormselmap)
Groepje 1: ABRAHAM
Groepje 2: MOZES
Groepje 3: JONA




Bespreek
- Wat vond je van Abraham?
Laat eerst de kinderen aan het woord die geluisterd hebben.
Laat dan de kinderen aan het woord die Abraham gepresenteerd hebben.
- Zou jij hetzelfde doen als Abraham?
- Zou jij anders reageren?
- Hoe zou dat dan zijn?

Doe dit ook voor Mozes en Jona.

Kom samen met de kinderen tot de vaststelling:
Abraham gaat in op de roep van God
Mozes twijfelt
Jona gaat niet in op wat God van hem vraagt en vertrekt met een boot naar de andere kant van de wereld




Verdieping
God roept mensen. Hij vraagt ze dat ze zich inzetten.
- Wat vraagt God aan Abraham? en aan Mozes? en aan Jona?
- Zou God dat nog steeds vragen aan de mensen?
- Zou God ook zoiets aan jou vragen?

Laat de vormelingen eerst in stilte over die laatste vraag nadenken. Nadien schrijven ze hun ‘vragen van God’ in de bovenste tekstballon op de voorziene bladzijde van de vormselmap. Daarna lezen ze voor wat ze geschreven hebben. Neem de tijd om te vragen:
- Waarom denk je dat?
- Waar heb je dat gehoord?
Nadien noteren ze bij de tekstballon dat God die vragen stelt.


God kan dan wel op een of andere manier vragen stellen, maar hoe beantwoorden de vormelingen die vragen?
Ze noteren in stilte hun antwoorden in de onderste tekstballon op van hun vormselmap. Daar schrijven ze nadien ook hun naam erbij.
Ze lezen hun antwoorden voor. Die antwoorden worden niet besproken – want het gaat hier om een persoonlijk antwoord van de kinderen. Wel vraag je op wie ze wat lijken.
. Op Abraham, die direct, zonder problemen doet wat God aan hem vraagt?
. Op Mozes, die twijfelt, en liever heeft dat iemand anders die taak krijgt?
. Op Jona die niets met God te maken wil hebben?





God roept ons

Doel
De vormelingen staan stil bij de vraag of ze willen luisteren naar de roep van God.
Inhoudelijke invulling van de naamopgave


Benodigdheden
Werkblad uit de vormselmap (Stap 2).




Verloop
Met een naam ben je gekend
De mensen kennen je bij je naam en ook God kent jou bij je naam.
Vertel dat in de Bijbel staat dat onze naam gegrift staat in de palm van Gods hand.


Met die naam gebeurt heel wat
. Bij onze geboorte gaven onze ouders onze naam op, op het gemeentehuis
. Bij het doopsel noemde de priester ons bij onze naam
. Toen we voor het eerst naar school gingen, noemde de juf/meester ons bij onze naam.
. Als we in september naar een andere school gaan, zullen nieuwe jufs/meesters dat ook doen.
. Soms geven we onze naam op als er taken te doen zijn (bv. in de klas). Hiermee willen we zeggen: ‘Als je me nodig hebt, kun je een beroep op mij doen.’
. Als we ..... (concrete dag van de naamopgave invullen) zullen we in de eucharistieviering onze naam zeggen. Daarmee willen we aan iedereen in de kerk en aan God zeggen dat wij ons op ons vormsel willen voorbereiden en dat God ons mag roepen bij onze naam.


Een naam betekent meestal iets
Vraag of de kinderen weten waarom hun ouders precies deze naam voor hen gekozen hebben.
Stel vast dat de ouders meestal een naam kiezen die ze zelf heel graag horen. Sommige namen hebben ook een betekenis.
Blik terug op het verhaal van de roeping van Mozes: Toen God met Mozes sprak, vroeg Mozes naar de naam van God. (‘Als mensen naar Uw naam vragen, wat moet ik dan antwoorden? Hoe is uw naam?) Toen antwoordde God: ‘Ik ben die Ik ben’ Dit is een naam die zegt dat Hij voor de mensen zal zorgen op Zijn manier.
Soms hebben mensen ook een naam die iets betekent. Ga even in op de betekenis van de namen van de kinderen (voor zover mogelijk). Vertel dat de mensen vroeger allemaal een naam met een betekenis hadden en dat ze met die naam een opdracht meekregen voor hun leven.


Met een naam word je geroepen
Abraham, Mozes, Jona, en ook Jesaja, Jeremia, Samuel ... werden door God geroepen. God roept nog steeds mensen op om te leven zoals Hij dat wilt.
- Willen jullie naar die roep luisteren? Want je bent vrij om hierop in te gaan of niet.

Noteer dat en ook waarom je dat wil doen in je vormselmap. Plooi dit blad nadien en steek het in een omslag, die je dichtplakt.


Aandachtspunt
Deze ‘brieven’ hoeven niet af te zijn. Ze zijn een weerspiegeling van wat het kind denkt op dit moment. Naar het einde van de catechesebijeenkomsten wordt die brief nog eens opnieuw bekeken en vergeleken met wat ze op dat moment antwoorden. Kinderen kunnen hierin groeien. Een terugblik naar deze bladzijde laat hen toe een mogelijke groei hierin vast te stellen. Ook hierin kunnen ze volwassen worden.